Inspiratie
Vera Greutink laat hieronder zien hoe je in een tuin van 55m2 een enorme mooi Mini Voedselbos kunt inrichten.
Hoe te beginnen

In een kleinere tuin van maximaal 500 m² kun je de principes van zonering op een creatieve manier toepassen om een functionele en eetbare ruimte te creëren. Door de zones slim in te delen, krijgt elke plant en functie de juiste plek.
Noot: Sommige onderdelen in de zone indeling zijn overlappend. Zo kunnen de bijen in Zone 5 maar ook zone 4 staan. Of kun je afhankelijk van je tuin, de compost plaatsen in 2 of 3.
Zone 1: Direct Rondom het Huis
Zone 1 is het deel van de tuin dat je het vaakst bezoekt en gemakkelijk bereikbaar is. Hier vind je alles wat je dagelijks nodig hebt. Denk aan:
- Kruiden / kruidenspiraal, zoals bieslook, peterselie en basilicum, die je snel kunt knippen voor in de keuken.
- Bloemen, dicht bij huis omdat je er blij van wordt.
- Een zitje om dichtbij het huis te genieten van je tuin, bijvoorbeeld voor je ochtendkoffie of een snelle lunch in de zon.
Deze zone zorgt ervoor dat je eenvoudig toegang hebt tot de meest gebruikte planten en een comfortabele plek hebt om even te ontspannen.
Zone 2: Meerjarige Moestuingewassen, Plukfruit, kleine dieren (kippen konijn)
In Zone 2 bevinden zich planten die regelmatig aandacht nodig hebben, maar niet elke dag. Dit is de perfecte plek voor:
- Moestuin en Meerjarige moestuingewassen zoals rabarber, artisjok en asperges, die jaar na jaar terugkomen en weinig onderhoud vereisen.
- Lage fruitbomen en plukfruit zoals bessenstruiken (frambozen, zwarte bessen) die iets meer ruimte vragen, maar makkelijk te bereiken zijn.
Zone 2 is ideaal voor gewassen en activiteiten die niet dagelijks zorg nodig hebben, maar wel regelmatig toegankelijk moeten zijn.
Zone 3: Het Mini-Voedselbos, Compostplek en Dieren
In Zone 3 komt het hart van je tuinontwerp tot leven met een klein voedselbos. Deze zone vraagt minder regelmatig onderhoud, maar biedt volop opbrengst en biodiversiteit. Plek voor eenden.
- Mini-Voedselbos: Creëer een gelaagde beplanting met bomen, struiken en bodembedekkers die samenwerken als een natuurlijk ecosysteem.
- Compostplek, op loopbare afstand van het huis voor gemakkelijke toegang, maar ook weer niet te dicht bij het huis, zodat je er geen last van hebt. De compostplek draagt bij aan de voedingsstoffen voor de bodem van je eetbare tuin.
- Eventueel een paar kleine dieren, zoals kippen of eenden, die kunnen helpen met insectenbestrijding en de bodem bemesten.
- Eventuele dierenverblijven, zoals een plek voor bijen of grotere vogels, als je die ruimte hebt.
- Zitplek: Overweeg een mooie zitplek hier, verscholen in het voedselbos, waar je kunt ontspannen en genieten van de natuur.
Zone 4: Eetbare Wilde Planten en Insectenhotel/ bijen
Zone 4 is een plek voor eetbare en geneeskrachtige wilde planten. Dit gebied is niet intensief onderhouden, maar kan toch waardevolle oogst opleveren.
- Eetbare wilde en geneeskrachtige planten: Denk aan weegbree, duizendblad en paardebloem, die weinig verzorging nodig hebben en bijdragen aan de biodiversiteit van je tuin.
- Insectenhotel: Plaats een insectenhotel om nuttige insecten zoals bijen en lieveheersbeestjes te ondersteunen.
Zone 5: Het Wilde Gedeelte
In Zone 5 laat je de natuur haar gang gaan. Deze zone wordt zo min mogelijk beïnvloed door onderhoud en is bedoeld als natuurlijke habitat voor dieren en planten.
- Wilde planten zoals brandnetel en distels, bramen, die natuurlijke schuilplaatsen bieden en gunstig zijn voor de biodiversiteit.
- Diervriendelijke toevoegingen zoals een egelhuis, bijenkast of extra insectenhotel voor een veilig onderkomen voor dieren.
- Takkenwal, omgevallen boom laten liggen, dode boom laten staan, zolang zonder gevaar.


Windkering in Voedselbossen
In Nederland is het belangrijk om windkeringen te plaatsen in voedselbossen om gewassen te beschermen tegen schadelijke wind. Hier zijn de belangrijkste richtlijnen voor windkering op basis van windrichting:
Zuidwestenwind: Dit is de dominante windrichting in Nederland. Een windkering aan de zuidwestkant helpt de invloed van deze wind te verminderen, wat vooral belangrijk is voor kwetsbare gewassen en jonge planten.
Noordwestenwind: Deze wind kan tijdens stormen sterk zijn. Een windkering aan de noordwestzijde helpt de impact te verlichten en beschermt de biodiversiteit en groei van voedselgewassen.
Oostenwind: In de winter brengt de oostenwind koude lucht die vorstschade kan veroorzaken. Een lagere windkering aan de oostzijde kan deze luchtstroom blokkeren en vorstschade minimaliseren.
Voor het maken van het vlekkenplan is het belangrijk dat je aangeeft dat er een windkering gaat komen. Later gaan we in op de aanplant hiervan.


Voorbeeld Vlekkenplan uit de voorbeeld ontwerpen
